Een goede verlichting van straten en pleinen verhoogt het comfort en de veiligheid van inwoners en bezoekers. De kost voor de exploitatie van die verlichting van wegen, paden, pleinen, bruggen, tunnels of waterlopen onder het beheer van een gemeente of een autonoom gemeentebedrijf wordt doorgerekend via de distributienettarieven in onze elektriciteitsfactuur. De totale kost voor de exploitatie bedroeg in 2019 zo’n 7,6 miljoen euro, in 2017 was dat nog zo’n 8,9 miljoen euro.

Geen onnodige kosten in energiefactuur

Vanaf 1 januari 2022 wordt deze kost voor openbare verlichting niet langer doorgerekend via de distributienettarieven op de elektriciteitsfactuur. Dat laat Demir weten nadat de Vlaamse Regering afgelopen vrijdag akkoord ging met haar voorstel daartoe. Eerder brak de minister al met de jarenlange traditie om onnodige kosten in de energiefactuur te steken, onder meer door de verdere afbouw van de oversubsidiëring van hernieuwbare energie (minstens 200 miljoen euro), het sluiten van de achterpoortjes bij het ‘chiptunen’ van windturbines (72 miljoen euro) en de nieuwe zonnepanelenpremie voor gezinnen vanaf 1 januari (32 miljoen euro).

Opstap naar slimme steden

Door tegelijk ook in te zetten op verledding van de straatverlichting zullen de kosten van de elektriciteit dalen. Samen met de lokale besturen wil Fluvius alle lichtpunten in Vlaanderen tegen 2030 ombouwen naar leds. Via die investering kunnen alle steden en gemeenten samen jaarlijks 54 miljoen euro besparen op energieverbruik en 44 000 ton aan CO2. Bovendien biedt een ombouw ook meer mogelijkheden om beter in te spelen op de razendsnelle evoluties in interactieve verlichtingstechnologie en een opstap naar ‘slimme steden’.

Het besluit dat Demir voorlegde aan de Vlaamse Regering gaat nu voor advies naar de adviesraden en de Raad van State.