Volgens de minister tonen onderzoeken aan dat dergelijke kortingen hun doel missen en zelfs contraproductief kunnen werken. “Ze helpen mensen niet sneller aan werk. Integendeel: ze kunnen zelfs een stigmatiserend effect hebben, omdat ze de indruk wekken dat iemand zonder korting niet aan de slag geraakt”, aldus Demir. “Gezien de budgettaire krapte is dit een van de meest logische besparingen. We moeten ons geld inzetten waar het écht verschil maakt en rekening houden met de noden op de arbeidsmarkt.”

RSZ-korting voor kunstenaars verdwijnt

De RSZ-korting voor kunstenaars was één van de laatste resterende doelgroepenkortingen in Vlaanderen. Ze werd in 2002 ingevoerd op federaal niveau en werd door de zesde staatshervorming overgeheveld naar Vlaanderen. Concreet gaat het om een vermindering van de werkgeversbijdragen aan werkgevers die een kunstenaar tewerkstellen: de vermindering bedroeg maximaal 517 euro netto per kwartaal per werknemer.

De maatregel kostte de Vlaamse belastingbetaler jaarlijks zo’n 1,7 miljoen euro en betrof ongeveer 3.400 voltijdse equivalenten. Een 350-tal werkgevers deden al beroep op deze RSZ-korting. Het gaat om een zeer diverse groep van kunstencentra, theatergezelschappen, toneelhuizen tot grote private internationale spelers zoals Warner Bros.

“Kunnen we echt beweren dat zij overheidssteun nodig hebben om mensen aan te werven?”, vraagt de minister zich af.

Onthaalouders

De doelgroepenkorting voor onthaalouders blijft wel behouden. Goed voor jaarlijks 9 miljoen euro. Hiermee ondersteunen we bijna 4.000 onthaalouders. “Voor het verhogen van de werkzaamheidsgraad, een belangrijke beleidsdoelstelling uit het Vlaamse regeerakkoord, is kinderopvang inderdaad een belangrijke randvoorwaarde. Alleen dan wordt en blijft het voor ouders mogelijk actief te zijn op of richting de arbeidsmarkt. In functie van die doelstelling blijft deze steun overeind en gaan we hierop niet op besparen”, besluit Demir.

Ook de Vlaamse sociale partners (SERV) wezen in het verleden al op het belang van steun voor kinderopvang als olie in het raderwerk van gezin en arbeidsmarkt.