Eerst onze mensen aan de slag

In Vlaanderen zijn er vandaag al ruim 210.000 werkzoekenden. Bijna de helft daarvan is laaggeschoold. “In de komende weken en maanden komen daar nog mensen bij, door een afkoelende wereldeconomie en de beperking van de werkloosheid in de tijd”, zegt Demir. “Het is meer dan ooit belangrijk dat we onze mensen opleiden en begeleiden naar een job in eigen regio. Zolang we in Vlaanderen werkzoekenden hebben, is het onnodig om een beroep te doen op grootschalige arbeidsmigratie van buiten de EU.”

Daarom krijgen laaggeschoolden van buiten de EU voortaan geen toegang meer tot onze arbeidsmarkt. Voor jobs zoals schoonmaker, afwasser of kamermeisje mag niet langer buiten de EU gerekruteerd worden. Rekruteren binnen de EU blijft uiteraard wél mogelijk. Voor seizoenarbeid, zoals in de fruitteelt, blijft een uitzondering gelden.

Internationaal toptalent blijft welkom

Tegelijk versnelt Demir de procedures voor hoogopgeleide arbeidskrachten. “Het gaat dan om welbepaalde sleutelfuncties die noodzakelijk zijn voor onze kenniseconomie. Denk maar aan een fysicus voor de Einsteintelescoop of een wetenschapper in het universitair ziekenhuis.” Voor deze groep geldt al een ‘fast lane’ met antwoord binnen 15 dagen. Tegen 2026 moet elke aanvraag – ook voor andere profielen – binnen 30 dagen behandeld worden.

Om dit te financieren, voert Demir een retributie van 200 euro in voor een arbeidsvergunning van buiten de EU. “Gratis bestaat niet. Met de opbrengsten uit deze vergoeding investeren we in snellere en meer kwaliteitsvolle dienstverlening.”

Demir wijst erop dat het aandeel hoogopgeleide migranten daalde van 69 procent in 2019 naar 36 procent in 2024, terwijl het totaal aantal arbeidsmigranten in dezelfde periode sterk is gestegen: van 11.824 naar 20.048. “We moeten onze armen blijven openen voor internationaal toptalent.”

Opleiden loont

Tot slot rekent Demir op een extra inspanning van VDAB én werkgevers om werkzoekenden lokaal te activeren. “De VDAB zal haar begeleidingsprogramma’s focussen op het opleiden voor knelpuntberoepen. Maar ook werkgevers hebben er alle belang bij om te investeren in nieuwe potentiële werknemers, bijvoorbeeld door ze zelf op de werkvloer op te leiden. In deze tijd van arbeidskrapte verdient die opleidingskost zich dubbel terug zodra de extra werkkrachten volop aan de slag zijn.”