
Bij de zesde staatshervorming in 2011 waren extra arbeidsmarktbevoegdheden nog vette vissen voor Vlaanderen, nu bespaart de regering-Diependaele op RSZ-kortingen, de jobbonus, dienstencheques, loopbaancheques, opleidingen en de VDAB. In een krappe arbeidsmarkt en met Onderwijs en Welzijn als prioriteiten is Werk het kind van de rekening.
Dat Demir, zelf een kind van arbeidsmigratie, daarbovenop nog eens de instroom van goedkoop werkvolk van buiten de EU wil inperken om voorrang te geven aan de eigen werklozen en inactieven, wordt evenmin op gejuich onthaald in werkgeverskringen. Tijd voor een vraaggesprek.
Krijgt u alle besparingen nog wel uitgelegd?
Zuhal: “De Vlaamse Regering heeft de juiste prioriteiten: we investeren in onderwijs, gehandicaptenzorg en kinderopvang, en daarvoor moeten we besparen. Dat is niet aangenaam, maar op mijn departement Werk was het nodig om er eens met de kam door te gaan. Doordat Vlaanderen zelf weinig fiscale hefbomen heeft, is het ziek van cheques en subsidies. Maar worden die centen wel nuttig besteed? Neem nu de loopbaancheques (een ondersteuning voor werknemers die loopbaanbegeleiding nemen, red.). Iedereen met gezond verstand die daarnaar kijkt, moet toch toegeven dat 680 euro overheidssubsidie voor vier uur loopbaanadvies niet verdedigbaar is? Het is goed als mensen zich willen heroriënteren, maar moet de samenleving dat betalen? Nog nooit had iemand deftig gekeken waarvoor die subsidies gebruikt werden. Ik heb er nu de inspectie op afgestuurd, maar de loopbaancentra houden hun centen afgedekt.
Neem nu het loonkostenbeleid. Daar zitten nog altijd kortingen in voor de kerk of politieke partijen die veertig jaar geleden in het leven geroepen werden omdat er weinig jobs waren. Dat is toch niet meer van deze tijd? Een euro kan je maar één keer uitgeven.”
Maar intussen swingt het budget voor de frigobon - waarvan u de bedenker bent - de pan uit en trekt de regering 70 miljoen euro uit om schoolkinderen een kop soep en een appel te geven.
Zuhal: “De koelkastbon was een maatregel die tijdens de energiecrisis werd ingevoerd en oorspronkelijk beperkt was tot de meest kwetsbaren. De vraag is wat er nu nog mee gaat gebeuren. Elke minister moet op zijn eigen domein prioriteiten stellen. Het budget voor schoolmaaltijden is verdedigbaar. Op een lege maag kan je niet studeren.”
U bespaart ook op opleidingen voor volwassenen. Is dat niet contraproductief op een moment dat onze productiviteit onder druk staat?
Zuhal: “Daar is een grondige hervorming net heel erg nodig. De drie verstrekkers - Syntra, de centra voor volwassenonderwijs en de VDAB - organiseren samen minstens 1.000 opleidingen, die ons jaarlijks 1,3 miljard euro kosten. Weet u hoeveel daarvan uniek zijn? 28. Alle andere opleidingen worden door minstens twee van hen georganiseerd. Opleidingen als koken, theesommelier of pottenbakken zijn allemaal heel leuk, maar dat moet de overheid toch niet voor de volle pot subsidiëren?
Voor de opleidingen die naar een knelpuntberoep leiden haal ik de prijs trouwens omlaag, of ik maak ze gratis. Want ondanks het feit dat we zoveel opleidingen organiseren, maken Vlamingen er minder gebruik van dan in de ons omringende landen. Mijn bedoeling is dat de overheid haar opleidingsaanbod overzichtelijk en aangenaam presenteert, zodat mensen er ook echt gebruik van maken.”
Bedrijven voelen de besparingen op de doelgroepenkorting en de opleidingsinstrumenten. Zijn de hoge loonkosten dan geen bezorgdheid meer?
Zuhal: “Allerlei studies tonen aan dat kortingen op sociale bijdragen niet helpen om mensen aan de slag te krijgen. Werknemers voor wie de loonkostenkorting geldt, zoals ouderen, krijgen vooral een stigma. ‘Die moet ik vooral niet aannemen, want er zal wel een probleem mee zijn’, denken werkgevers dan. Wel, nu zullen ze gewoon het volledige loon van die mensen moeten betalen, net zoals ze dat doen voor andere werknemers.
Ik hoor ook dat ze ontevreden zijn over mijn besparing op het Vlaams opleidingsverlof (waarmee een werknemer betaald verlof kan nemen om een opleiding te volgen, red.), maar dat is nog zoiets. Welke Vlaming ziet door de bomen het bos nog met het opleidingsverlof, de opleidingscheques en het opleidingskrediet? Ik ga al die stelsels omvormen tot één geheel. Alle subsidies, kortingen en koterijen: ik maak daar komaf mee. Het systeem wordt transparanter en toegankelijker. Dat is het enige juiste om te doen.’
Wat met de jobbonus, een premie voor de laagste lonen? U lijkt het idee wel genegen om die tot 2029 te behouden, ook al gaan de begrotingstabellen uit van een afschaffing volgend jaar.
Zuhal: “Het regeerakkoord is heel duidelijk: zolang de federale lastenverlaging niet genoeg oplevert voor de mensen, behouden we de jobbonus. Het grootste obstakel om niet aan de slag te gaan is dat het financiële verschil tussen werken en thuisblijven niet groot genoeg is. Als je niet werkt, krijg je niet alleen een uitkering, maar ook allerlei premies. Wie gaat werken, verliest die vaak.”
De federale lastenverlaging wordt gespreid over de hele bevolking, terwijl de jobbonus alleen naar de laagste lonen gaat. Dreigt die lastenverlaging niet altijd onvoldoende te zijn?
Zuhal: “Het moet de jobbonus minstens één op één vervangen. Ik ga niet toelaten dat de laagste lonen ook maar vijf euro achteruitgaan. We zullen er ook met een vergrootglas naar kijken.”
Het lijkt er toch wat op dat Vlaanderen zijn arbeidsmarktbeleid uitbesteedt aan de federale regering, niet?
Zuhal: “Het is net omgekeerd. De federale overheid leunt voor de uitvoering van haar beleid net sterk op Vlaanderen. De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd vind ik een uitstekende maatregel, een no-brainer. Maar de echte inspanning is wel voor de VDAB, de lokale besturen en de OCMW’s.”
Is de VDAB klaar om met de groep werklozen die zonder uitkering vallen aan de slag te gaan?
Zuhal: “Ik ben de VDAB volop aan het voorbereiden, maar ik wil van de federale overheid exact weten welke werkloze wanneer zijn uitkering verliest. Zodra zij een brief krijgen, moeten wij het ook weten. Ik wil dat de VDAB klaarstaat om uiterlijk op 1 januari een ultiem jobaanbod te doen aan die mensen. Als we dat niet doen, dreigen ze naar de sociale bijstand te gaan.’
Is de opdracht voor de VDAB niet onmogelijk? 80 miljoen euro besparen, inactieven benaderen en nu ook nog eens de begeleiding van iedereen die zijn uitkering verliest.
Zuhal: “Dat is zeer pittig en zeer intens, maar het moet. De tijden van overvloed zijn voorbij. We moeten over elke euro nadenken, maar ik ben niet van plan om op arbeidsbemiddelaars te besparen, integendeel. Er moeten er zelfs bijkomen. Ik ben het beu dat er zo denigrerend wordt gedaan over de VDAB. Waarop we wel willen besparen, zijn de externe kosten voor consultants en de waterhoofdstructuur.”
Experts vinden dat u te weinig inzet op activering.
Zuhal: “Dat is niet juist. Een van de eerste zaken die ik gedaan heb, is werkzoekenden door de VDAB strenger laten aanpakken en intensiever laten begeleiden. Tot nu toe kon een werkzoekende tot wel drie afspraken met een bemiddelaar of voor een sollicitatie missen. Dat is nu voorbij. Je kan één keer een afspraak missen, maar geen drie keer. En een werkzoekende kan niet op elk aanbod ‘nee’ blijven zeggen. Dan krijg je een sanctie.
Ik heb er ook voor gezorgd dat een dossier al na twee maanden wordt doorgegeven aan de controledienst, die de sanctie kan bepalen. Dat was eerder negen maanden. Ik heb werkzoekenden die geen Nederlands kunnen - dat is liefst een derde - verplicht om een taalcursus te volgen. We steken heel veel geld in activering, maar de werkzoekenden moeten ook mee. De VDAB werkte vaak in vertrouwen met werkzoekenden. Ik heb gezegd: ‘Vertrouwen is goed, controle is beter’.
De schorsingscijfers zijn nog te laag. Het kan niet zijn dat een werkzoekende louter voor de stempel om zijn uitkering te behouden naar een sollicitatiegesprek gaat. Ik heb ook met de werkgevers afgesproken dat ze dat moeten melden, zodat we ze kunnen schorsen.”
Werkgevers zullen het u graag horen zeggen. Maar als ze geen Moldaviërs of Oekraïners meer mogen binnenhalen om daken te leggen of vlees te versnijden, moeten ze opdrachten weigeren.
Zuhal: “Dit is een non-discussie. Voor werkgevers is het gemakkelijk: laat arbeiders maar komen van buiten Europa, want die zijn goedkoop. Dat is ook nefast voor de laaggeschoolden hier, omdat het hun lonen naar beneden drukt. We hebben liefst 212.000 werklozen, van wie de helft laaggeschoold is. Ik vind het onze plicht om hen eerst aan het werk te zetten.’
De realiteit is dat het om jobs gaat die veel Vlamingen niet meer willen doen. En dat er onder de duizenden werklozen en langdurig zieken veel mensen zitten die gewoon niet meer te activeren zijn.
Zuhal: “Door de mentaliteit dat de overheid voor ons zal zorgen, is het systeem gewoon ontploft. Het is tijd om weer de attitude aan te leren dat werken gezond is. 7,1 procent van onze bevolking is langdurig ziek, terwijl dat in de buurlanden 4 procent is. Je gaat me toch niet vertellen dat het hier zo slecht is dat we allemaal ziek worden? Als bepaalde jobs te zwaar zijn, moeten we kijken hoe we ze werkbaarder kunnen maken. Dat is onze maatschappelijke taak, in plaats van goedkope arbeidskrachten te importeren.
Voor mij gaat dit debat verder dan de economie. Dit gaat over de samenleving. Arbeidsmigratie brengt gigantische uitdagingen met zich mee: integratie, huisvesting, onderwijs, enzovoort. Ik denk dat de kiezers op 9 juni in ons land en in heel Europa het signaal gegeven hebben dat de gemeenschap beter afgebakend moet worden.”
U holt daarmee toch gewoon het Vlaams Belang achterna?
Zuhal: “Helemaal niet. Ik zeg alleen maar dat we selectiever gaan zijn en alleen nog de profielen toelaten die in ons belang zijn, namelijk midden- en hooggeschoolden. Dat gaat dan om verpleegkundigen en andere zorgberoepen, maar ook om bepaalde profielen uit de bouw en lassers. Het Vlaams Belang vindt dat niet streng genoeg. Zij zouden zelfs mij willen terugsturen, als kind van arbeidsmigranten.”
In het onderwijs ondervindt u ook de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt, maar de aanpak van het lerarentekort komt amper voor in het regeerakkoord.
Zuhal: “Dat klopt. We zullen daar verdere maatregelen moeten nemen. Wat erin zat is uitgevoerd, zoals de verlenging voor de zij-instromers of de lerarenbonus. Het goede is dat we de inschrijvingscijfers voor de lerarenopleidingen zien stijgen. Misschien heeft dat al te maken met de cultuuromslag die we maken, met de nadruk op discipline in de klas en de kwaliteit van de leerstof. Want leraren willen gewoon lesgeven. Ambitieuze minimumdoelen waren er alleen in Engeland en Estland. Nu komt Vlaanderen erbij. Toen we onze inhoud communiceerden, werd dat zelfs opgepikt door de internationale pers. Je hebt nog veel jongeren die zeer idealistisch zijn en geloven dat ze kinderen sterker kunnen maken.”
Durft u de discussie over de afschaffing van de vaste benoeming te heropenen? Veel Vlamingen blijken er voorstander van daar komaf mee te maken.
Zuhal: “Ik heb momenteel andere katten te geselen, namelijk de terugval van het onderwijsniveau. De vaste benoeming is zo gevoelig dat er niets meer zal lukken als ik daarover zou beginnen.”
Het valt ons op dat u in veel minder publieke relletjes betrokken bent dan in de vorige legislatuur. U schiet geen losse flodders meer af.
Zuhal: “Je moet als minister durven achteruit te kijken en bij te leren. Ik denk nu over heel veel dingen heel goed na vooraleer ik iets doe of zeg. Natuurlijk heb ik mijn gedacht nog over bepaalde zaken. Maar als ik iets zeg of tweet, zijn een hoop mensen weer boos. Dat levert alleen maar negatieve energie op. Op mijn dossiers ben ik nog even fel, maar met die van anderen ben ik niet meer bezig. Ik heb me enkel uitgesproken over Gaza.
Ik heb wat afstand genomen van de politique politicienne. Mensen willen gewoon dat je beslist in plaats van continu te kibbelen. Ik heb geen tijd om mij met andere zaken bezig te houden: al mijn energie gaat naar onderwijs, werk en justitie.”
In de regering en zeker tussen de N-VA-ministers klettert het nochtans wél geregeld, vangen we op. Naar het schijnt maakt u minister-president Matthias Diependaele er geregeld attent op dat u meer stemmen haalde dan hij.
Zuhal: “Ach, daar zijn al zoveel lelijke artikels over geschreven. Maar ik moet dat toch niet zeggen? Iedereen doet het met de rugzak die de kiezer hem gegeven heeft. Dankzij Matthias kan ik op Onderwijs doen wat ik nu doe. Hij is de juiste man op de juiste plaats. Hij is de spelverdeler die de ploeg samenhoudt, ik moet vooral zorgen dat de goals gemaakt worden.”
Verkoopt Diependaele Vlaanderen genoeg?
Zuhal: “Ik vind van wel. Op zijn bevoegdheden Economie en Industrie gaat hij volle bak. Hij is veel op het terrein en verkoopt als mister Flanders het verhaal van deze regering.”
En wat is dat? Achter alle akkefietjes tussen de N-VA, Vooruit en cd&v over frigobonnen, vermogenstoetsen en afstandsregels voor windmolens lijkt net een gebrek aan een gemeenschappelijk project schuil te gaan.
Zuhal: “Het project van deze regering is goed bestuur, beslissingen nemen, stappen voorwaarts zetten. Al die artikels over zogenaamde akkefietjes die uitvergroot worden: ik lees ze zelfs niet meer. Zucht, echt zucht. Ik ben het politieke spel even beu als de mensen thuis.”