De Vlaamse overheidsinstanties zitten sterk op schema om hun doelstelling van 1.250 hectare extra bos sneller dan verwacht te realiseren. Met 644 hectare bebosbare gronden hebben zij anderhalf jaar na de lancering van het bosuitbreidingsplan van Vlaams minister van Natuur Zuhal Demir al meer dan 51 procent van de noodzakelijke gronden in portefeuille. Andere partners van de Bosalliantie, waaronder in het bijzonder de lokale besturen, hebben nog aardig wat werk voor de boeg om hun beoogde doel te behalen. In de aanloop naar het grote boscongres van aanstaande donderdag roept Demir hen op om het aantal initiatieven te verhogen. “Alleen samen kunnen we Vlaanderen groener maken”, klinkt het.

Voldoende gronden vinden om te bebossen is zwaarste inspanning

Vlaams minister van Natuur Zuhal Demir grijpt de Week van het Bos aan om de balans op te maken van het bosuitbreidingsplan dat ze anderhalf jaar geleden lanceerde. Waar in de periode tussen 2014 en 2018 jaarlijks ongeveer 60 hectare extra bos bijkwam, heeft Vlaanderen tijdens het eerste plantseizoen het bebossingstempo alvast vervijfvoudigd. Op anderhalf jaar tijd hebben we samen ongeveer 1.000 van de 4.000 hectare bebosbare gronden gevonden, zegt Demir. “En dat is de zwaarste inspanning voor extra bos. Voldoende gronden vinden om te bebossen. We moeten nog op kruissnelheid geraken, maar op anderhalf jaar tijd 1.000 hectare vinden is absoluut niet slecht”, klinkt het.

Vlaamse overheid alleen al heeft 644 hectare binnen handbereik

Vooral de Vlaamse overheidsdiensten zitten daar voor iets tussen. De Vlaamse overheid (vooral Natuur en Bos, Vlaamse Landmaatschappij, departement Omgeving) ging immers het grootste deel van de 4.000 hectare voor haar rekening nemen, maar liefst 1.250 hectare. Daarvan is 644 hectare of 51,5 procent alvast binnen handbereik om te bebossen de komende jaren.

De lokale besturen, de natuurverenigingen en de bosgroepen en regionale landschappen gingen elk 750 hectare voor hun rekening nemen. Bedrijven en private eigenaars zouden goed moeten zijn voor 500 hectare. Voor de meeste van hen ging in januari ook een nieuwe financiële ondersteuning in, waardoor ze maar de helft van vorig plantseizoen actief waren. Samen hebben ze ongeveer 330 hectare op zak. Elk van hen heeft dus nog wat werk voor de boeg.

Met 8,1 procent of 61 hectare hebben vooral de lokale besturen nog een lange weg af te leggen. Demir roept hen op zich zeker niet te laten ontmoedigen en volop bijkomende initiatieven te nemen om te zorgen voor meer bos in Vlaanderen.

Lokale besturen zijn belangrijke partner in de bosalliantie

“De lokale besturen hebben een niet te onderschatten aandeel op weg naar onze doelstelling van 4.000 hectare extra bos tegen 2024 en zijn het best geplaatst omdat ze de eigenaars op het terrein kennen of omdat ze zelf veel eigendommen hebben. Helaas lopen vooral veel steden momenteel nog wat achter. En dat is jammer, want vanuit Vlaanderen voorzien we meer dan 4 miljoen euro per jaar om ook de steden en gemeenten te ondersteunen bij hun plannen. Laat dit dan ook een warme oproep zijn om samen Vlaanderen groener te maken. Het belang van stedelijk groen en groen rond de stad kan niet worden onderschat. Tijdens langdurige periodes met hoge temperaturen kunnen steden echte hitte-eilanden worden. Natuur in en rond de stad kan die tendens keren en voor de broodnodige afkoeling zorgen”, zegt Zuhal Demir.

Demir reikt tijdens een heus Boscongres aanstaande donderdag ook de eerste boslabels uit aan lokale besturen die wél enorm slaagden in het realiseren van extra bos vorig plantseizoen. Marco Onida, Directoraat-generaal Milieu van de Europese Commisie zakt bovendien af om de Vlaamse website www.bosteller.be te bejubelen als een van de beste instrumenten binnen het Europees bosbeleid.

Onderwerpen