U bent hier
Als alle insiders een beetje inleveren, is er misschien een mooier leven weggelegd voor veel outsiders
Vakbonden en sommige middenveldorganisaties hebben de afgelopen dagen en weken massaal gemobiliseerd voor de grote betoging morgen in Brussel. De nieuwe regeringen op federaal niveau en Vlaanderen plannen een asociaal beleid, zeggen ze. Ik zeg: door de verworven sociale rechten van de enen mordicus te verdedigen, laten ze anderen in de kou staan. Is dat sociaal? Trouwens, in Frankrijk wil de socialistische premier Valls eindelijk noodzakelijke hervormingen doorvoeren om het land competitief te houden. Een richting die de vakbonden hier resoluut afwijzen.
De arbeidsmarkt kent 'insiders' en 'outsiders'. De eersten zijn mensen die al een job hebben met sociale waarborgen. Zij zijn goed georganiseerd en daardoor zeer zichtbaar in media en straatbeeld. De anderen, de zogeheten outsiders, komen amper of nooit in beeld en worden daardoor heel vaak vergeten: werkzoekenden, nieuwkomers die niet ingeburgerd geraken, mensen die hulp nodig hebben ...
Iedereen mee aan boord
Door zich vast te klampen aan verworven rechten, blijven de insiders de groep van de outsiders almaar groter maken. Blijkbaar betekent sociaal zijn voor vakbonden en alle politici die straks met hen meelopen: de verworven rechten behouden. Hervormingen om onze sociale welvaart sterker te maken en de vergeten mensen mee op te nemen in ons arbeidsmarktverhaal noemen zij asociaal. Waarvan akte.
Wij willen niet de hel voor iedereen, zoals sommigen ter linkerzijde durven beweren. Waar wij niet akkoord mee gaan is de hemel op aarde reserveren voor een beperkte en afgebakende groep. Nee, wij willen een mooi leven voor zo veel mogelijk mensen. Als alle insiders een klein beetje inleveren, is er misschien een veel mooier leven weggelegd voor heel veel outsiders. En hoe meer insiders er zijn en hoe minder outsiders, hoe beter we erin zullen slagen om onze sociale welvaart te versterken en op lange termijn betaalbaar te houden.
De puinhopen van rood
Dat de noodzakelijke hervormingen die wij willen doorvoeren bijna aanvoelen als Copernicaans, hoeft na 25 jaar socialistisch beleid eigenlijk weinig verbazing te wekken. Een greep uit de gevolgen van een kwarteeuw rood bestuur: de op twee na hoogste staatsschuld van de hele Europese Unie, een begrotingstekort dat nog steeds op 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) ligt ondanks de massale belastingverhogingen onder Di Rupo, een overheidsbeslag van meer dan 54 procent, een loonkosthandicap van gemiddeld 16 procent, ...
Ik stel vast dat de hardste roepers vandaag de PS en hun bevriende socialistische vakbondsleiders zijn. Zouden zij zich niet beter wat bescheidener opstellen of zich zelfs schamen als we vandaag vaststellen dat na hun jarenlange (wan)beleid de werkloosheidsgraad in Wallonië en Brussel nog steeds 15 respectievelijk 20 procent bedraagt tegenover 8 procent in Vlaanderen?
Dat nog amper of niets is gebeurd, ook in de pensioenhervorming, wekt sterke verbazing als je weet dat bijvoorbeeld sp.a-voorzitter Tobback in 2013 nog heeft gezegd dat we eerlijk moeten zijn tegenover de jongeren van vandaag, zoals zijn dochter van 14 jaar. "Zij zullen niet meer op 65 jaar op pensioen kunnen gaan. Men zal minstens de helft van zijn leven moeten werken. Wie gaat anders de andere helft financieren?"
Die puinhopen opruimen, na een jarenlange stilstand - en stilstaan betekent achteruitgaan - daarvoor moet je moed tonen. Wij willen die tonen. Moed omdat het moet. Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, om de sociale zekerheid betaalbaar te houden en rechtvaardig verdeeld te krijgen, om iedereen die verantwoordelijkheid wil opnemen deel te laten uitmaken van onze maatschappij. Kortom, nu hervormen is de enige garantie op een hoopvollere toekomst. Hopelijk willen de vakbonden dat ook en willen ze samen met de regering aan die kar trekken.